Piet Hest: “Het vuur voor de muziek hield me op de been”
Veteraan was beroepsmuzikant in dienst van defensie
Oorlogen worden altijd groots besproken in het nieuws, maar de verhalen achter ‘de oorlog’ komen veel minder vaak aan bod. Voor zover er ‘de oorlog’ is, want voor iedere militair is zijn of haar uitzending anders. Door het gebied waar naartoe gegaan wordt, de situatie, de gebeurtenissen, maar vooral ook door de eigen persoonlijkheid en insteek. In deze serie belichten we iedere keer een veteraan en diens verhaal.
Bij veteraan Piet Hest is het dé grote vraag: was hij militair, of toch muzikant? Dat alles heeft te maken met hoe je het bekijkt. Hest meldde zich op zeventienjarige leeftijd aan voor het leger, om zo een kans te krijgen professioneel met muziek aan de slag te gaan. “Toen ik me in Brussel als muzikant aanmeldde, stonden ze wel raar te kijken,” herinnert hij zich als de dag van vandaag.
In die periode had Wilhelmina net het muzikantenkorps in het leven geroepen. Voor Hest was aanmelden dan ook een keus voor de muziek, niet voor de militaire carrière met alle bijbehorende trainingen, gevaren en verplichtingen. Die bestonden uit een korte militaire trainin, om een wapen te kunnen hanteren, en vervolgens een muzikale opleiding bij de Irish Guard (paleistroepen) in Engeland.
Een muzikaal avontuur? Zeker! Maar ook hard werken, weet Hest: “We moesten er elke dag vroeg uit en al om negen uur repeteren. We kregen bovendien veel exercities. Het regime was erg streng en we werden gedrild. Tjah, je moet geen gekke dingen doen bij die Guards.”
Na de trainingen kon het gezelschap naar Nederlands-Indië. “We hebben geluk gehad dat Japan gecapituleerd was, anders hadden we daarheen gemoeten.” Maar Nederlands-Indië was geen pretje, weet de veteraan. “We zijn goed weggekomen met de politionele acties.”
Gevochten
Piet Hest hekelt het romantische beeld dat er van muzikanten in het leger is. “Hebt u gevochten? , vroegen ze altijd toen ik terug in Nederland was: Nee, ik zat bij het muziekkorps.” Het frustreert de oud-militair tot op de dag van vandaag. “De chauffeurs en die mensen doe voor je zorgen, moeten er ook zijn. Het knaagt nog steeds dat mensen daar niet goed over nadenken.”
Geleden
Om zichzelf nu neer te zetten als iemand die zwaar geleden heeft, gaat Hest wat ver, maar dat het niet altijd even comfortabel was, laat de veteraan wel doorschijnen. “Soms moesten we er om drie uur uit. Dan werden we met een vrachtwagen met mitrailleur voorop ergens naartoe gebracht. En daar waar je naartoe ging, zou je onder schot genomen kunnen worden. Vervolgens moesten we spelen op een plek waar een kapitein bevorderd werd. Daarna bij een begrafenis van twee jongens die gesneuveld waren. Dat waren twee werelden. Wat me op de been hield? Het vuur voor de muziek.”
Boek
Veel over zijn militaire tijd heeft hij nooit gepraat, want zijn leven draaide altijd om het maken van muziek. Toch uitte hij zijn verhaal deels in ‘de kroniek van de drumband.’ Een 260 pagina’s tellend boek met veel foto’s waarbij hij auteur van der Linden ondersteunde. Ook tijdens het Veteranen Ontmoetings Centrum, elke tweede zaterdag van de maand in Het Zwijnshoofd, wordt er over het veteranenverleden gesproken. Muziek maken is er voor Piet Hest door zijn gezondheid amper bij, maar hij zingt nog elke dag. In Moermont heeft hij het prima naar zijn zin. “Ik was natuurlijk liever thuis, maar ze zorgen goed voor me” , drukt hij op het hart.
Actualiteiten met een militaire achtergrond, zoals een steekpartij op een Britse en Franse soldaat, maken nog altijd indruk bij hem, maar ook de afdeling. “We leven mee met de familie, het slaat hard aan.” Volgens Hest is Nederland de afgelopen jaren gelukkig sterk veranderd als het om aanzien van veteranen gaat. “In Engeland en Amerika leeft het natuurlijk veel meer, daar heb je het militarisme.” Gelukkig krijgt het voor zijn gevoel ook hier steeds meer een plek, en het is zijn hoop dat dit verhaal er een bijdrage aan levert.
Laat een reactie achter
Meest besproken berichten